© Viagulia VoG | Alle Rechte vorbehalten
De Loodberg
De naam en de ontginning van de loodhoudende ertsvelden werd voor het eerst vermeld in 1365. Sinds die tijd werd in Plombières ertshoudend gesteente gedolven. Door de eeuwen heen kende de mijnontginning er pieken en dalen. De mindere prestaties van de mijn liepen vaak samen met de perioden waarop het water van de nabijgelegen Geul en de ondergrondse waterstromen de ontginning bemoeilijkten.
We moeten wachten tot de negentiende eeuw vooraleer zich op deze plaats echte industriële activiteit ontwikkelt. Begin 1825 geeft de Nederlandse regering toestemming aan de gebroeders Cockerill om onderzoek uit te voeren op de mijn locatie van Plombières. Op 23 juni 1825 krijgen ze van de gemeente Montzen - waartoe het gehucht Bleyberg (de Loodberg) behoorde - de concessie voor de ontginning van de ertsvelden.
In 1841 wordt de "Société du Bleyberg en Belgique" opgericht. In 1855 beslaan de lood- en zinkmijnen een oppervlakte van 112 hectare. Die oppervlakte neemt nog verder toe en bedraagt in 1875 meer dan duizend hectare.
De rivier zorgde voor het belangrijkste probleem van de mijn. Het water drong regelmatig in de ondergrondse galerijen door en daardoor zijn menigmaal mijnwerkers verdronken. Precies daarom kregen de gebroeders Cockerill in 1861 toestemming om de rivier om te leggen. Onder de rotsen werd een tunnel gegraven om de rivier zo te laten passeren. De tunnel is tot op de dag van vandaag zichtbaar.
De mijn van Bleyberg leed echter ook onder de afwezigheid van een spoorweg. In 1869 duidde de overheid de exploitanten van de mijn aan als concessiehouders om een spoorweg aan te leggen tussen Welkenraedt en de grens met Pruisen. Het is die spoorlijn die model stond voor de Via Gulia tussen Plombières en Moresnet.
In Plombières vond de productie plaats van ruwe zinkplaten, zilverstaven en lood, op basis van zowel lokaal als geïmporteerd erts. De mijn stelde op haar hoogtepunt 364 personen te werk. Ze sloot in 1922 de deuren.
Sinds 1919 wordt Bleyberg “Plombières” genoemd. Het industriële gehucht is stilaan tot een dorp geëvolueerd en heeft sinds kort een eigen gemeentelijke administratie. Maar in het hart van de mensen die er wonen, is de Loodberg nooit echt verdwenen.
Identiteitskaart
Gemeenten:
Plombières
Hoogte:
155 meter boven N.A.P.
Naam:
de mijnlocatie van Plombières
Kenmerk:
de mijn vormde het gehucht Bleyberg ("de Loodberg") om tot het industriedorpje Plombières
Situering in het Geulbekken:
gelegen aan de Geul - op 15.100 meter van de bron en op 37.690 meter van de Maas
Te bezoeken:
“Maison Wauters”
Te bezichtigen
Rue de la Source 22
4850 Plombières / Belgien
Tel.: +32 (0)87 78 32 41
Fax: +32 (0)87 78 32 43